Film productie Pentaconta 1000
In een handcentrale had iedere telefoonabonnee zijn eigen contact op een paneel. De verbinding tussen twee telefoonabonnees ontstond door met een koord twee contacten op het paneel met elkaar te verbinden. De telefoonjuffrouw ‘bestuurde” de koorden. Deze manier van verbinden van contacten op een paneel was de basis voor de zgn. Rotary of (semi)automatische centrales, zoals de 7A van BTMC. Bedenk dat er natuurlijk niet veel koorden nodig waren om het maximale aantal mogelijke verbindingen tot stand te brengen, want niet iedereen gaat op hetzelfde moment bellen.
De rotary-centrale bevat mechanische draaischakelaars. Meerdere op een draaiende as gegroepeerde draaischakelaars worden door een complex mechanisch systeem met motoren aangedreven om de juiste weg voor verbinding tussen twee abonnees tot stand te brengen. Elke draaischakelaar bevat tot wel 100 zgn. sleepcontacten. Een verbinding is een lange weg door de vele opvolgende stappen die de draaischakelaars met sleepcontacten moeten maken, hetgeen slijtagegevoelig is en onderhoud vergt (o.a. het zogenaamde “zoekerpoetsen”). Het gebruikte metaal voor een sleepcontact moet zowel geschikt zijn voor een goede verbinding (zacht metaal) en slijtgevoelig (hard metaal) en dat gaat niet goed samen. Het geheel was luidruchtig, complex en gevoelig voor (ver)storing. Dit neemt niet weg dat het systeem het lang heeft volgehouden. Ook hier geldt dat het aantal draaischakelaars beperkt kan zijn omdat niet iedereen op hetzelfde moment belt. Er is dus een maximaal aantal verbindingen tussen abonnees tegelijkertijd mogelijk, aangestuurd door een besturingssysteem.
Er werd al vroeg nagedacht over een ander systeem van schakelen zonder bewegende draaischakelaars en dus zonder sleepcontacten. De basis is een matrix. Eenvoudig voorgesteld door bijv. 16 verticale stangen met per stang contacten voor één abonnee en bijv. 8 horizontale stangen die dienen om doorverbindingen te maken. Op ieder kruispunt van de matrix zijn er zo twee punten die met elkaar verbonden kunnen worden middels een relais met de benodigde contacten. Een besturingsmechanisme kiest in de matrix welk kruispunt van de verticale stang van de beller doorverbonden moet worden via een horizontale stang met een kruispunt op de verticale van de ontvanger. Deze gekruiste stangen vormen zo de zgn. “Crossbar”. Er zijn geen bewegende delen of motoren zoals bij rotary, de contactpunten van de relais kunnen van zacht materiaal zijn (dus met beter contact) en er is minder geluid in vergelijking met rotary.
Het crossbarsysteem werd door BTMC toegepast in o.a. het Pentaconta 1000 systeem. Onderstaand een impressie van de fabricage door BTMC. Helaas is er geen geluidsdrager bij deze film voorhanden.